Drempels Weg homepage
neem contact op met de schrijver sitemap
introductie kern van het verslag afsluitende deel
Ga naar toegankelijkheid
Ga naar achtergronden project
Ga naar vooronderzoeken
Ga naar onderdelen Drempelsweg.nl
Ga naar procesbeschrijving
Ga naar evaluatie project
Ga naar evaluatie stage
Ga naar conclusies & aanbevelingen
Ga naar omgevingsanalyse
Ga naar behoefte inventarisatie
Ga naar keurmerkenonderzoek
Ga naar richtlijnenonderzoek
Ga naar overige onderzoeken
Ga naar het extranet
 
Drempelsweg icoon

Keurmerkenonderzoek



Het keurmerkenonderzoek is een inventarisatie van de al bestaande toegankelijkheidskeurmerken aangeboden via het Web. Ook geeft dit rapport suggesties ten aanzien van de rol die het ministerie kan gaan spelen in de toekomst inzake een eventueel Nederlands toegankelijkheidskeurmerk.

Het keurmerkenonderzoek is uitgevoerd door Leo Birza en Sanna Jordens van Politiek Online en omvatte:
  • Een globale inventarisatie van toegankelijkheidskeurmerken wereldwijd aangeboden via het Web
  • Een globale inventarisatie van het aanbod aan keuringsmiddelen om een website toegankelijk te maken
  • Onderzoek naar relevante activiteiten van Nederlandse organisaties en bedrijven
  • Een analyse van de resultaten van het Focusonderzoek van Booij en Van Bruggen
  • Suggesties voor de rol van VWS in de toekomst
De informatie die gepresenteerd wordt in dit rapport is gebaseerd op gesprekken met enkele actoren in Nederland, literatuuronderzoek en in het bijzonder online onderzoek. De informatie op deze pagina is een door mij gemaakte samenvatting van het keurmerkonderzoek. Speciale aandacht is daarbij besteed aan de relevantie voor de deelprojecten die ik in het kader van mijn afstudeerstage heb gedaan.

De volgende keurmerken worden op deze pagina behandeld:

Globale inventarisatie van keurmerken en checktools op internet


Een eerste bevinding van dit onderzoek luidt: er zijn geen echte keurmerken inzake toegankelijkheid van websites.

Wel zijn er vele programma's die een site op toegankelijkheid toetsen (checktools). Een aantal van die checktools biedt een logo aan dat geplaatst kan worden op een site. Zo kan de aanbieder laten zien dat hij een extra inspanning heeft geleverd om zijn site toegankelijker te maken, ook voor internetgebruikers met een handicap. De eigenaar van het betreffende logo is echter niet in staat om oneigenlijk gebruik tegen te gaan. Er zijn geen garanties en dus kan er strikt genomen niet gesproken worden over keurmerken. Toch zal ik de checktools met een logo voorlopig als keurmerk duiden, aangezien men wel degelijk de intentie heeft om de logo's in de praktijk als keurmerk te laten functioneren.


Keurmerken


Ik ga nu eerst de keurmerken bespreken, waarbij ook aandacht wordt besteed aan de organisatie achter het keurmerk.
Bobby is het meest gebruikte en bekendste keurmerk en wordt daarom uitgebreider omschreven dan de overige keurmerken. Vervolgens wordt een opsomming gedaan van de vele verschillende checktools die via het web worden aangeboden.


Bobby


Bobby is een instrument voor Webbouwers en schrijvers. Het is een instrument dat Web pagina's en sites analyseert op toegankelijkheid voor mensen met beperkingen, het is gebaseerd op de mogelijkheden van het Web. Cast biedt Bobby aan als een gratis dienst om haar eigen missie, het verspreiden van mogelijkheden om mensen met beperkingen gebruik te laten maken van computertechnologie.

Bobby Approved Logo Het Bobby Approved logo geeft een bepaalde mate van betrokkenheid aan van bedrijven ten aanzien van meewerken aan toegankelijkheid.
Als een Site Bobby Approved is dan kan een bedrijf zijn website adres (URL) in de Bobby Approved Database zetten om zo herkenbaar te zijn voor de moeite die gedaan is. De site kan dan een voorbeeld zijn voor anderen die ook toegankelijke websites willen bouwen. De lijst is dus te gebruiken als voorbeeld wanneer er interesse is in het ontwerpen van een toegankelijke website en te zien hoe anderen die voor zijn gegaan dit al hebben toegepast.
Cast controleert de sites die in de database staan niet en kan ook niet garanderen dat alle sites die er in staan ook Bobby Approved zijn. Daarnaast zijn de bedrijven niet verplicht na het testen van hun website met Bobby de URL in de database te zetten. Dit geeft een vertekend beeld van het aantal bedrijven dat het Bobbylogo gebruikt. Er wordt dan ook verondersteld dat er meer bedrijven het logo gebruiken dan op de website van Bobby wordt aangegeven 1.

Cast controleert gebruikers van het Logo niet op de toegankelijkheid van hen websites, maar anderen worden vanuit Cast gemotiveerd sites te testen. Ook is er op de website van W3C een speciaal formulier (http://www.w3c.org/WAI/report/) ontwikkeld om niet toegankelijkewebsitess die toch een logo dragen aan te geven; daar wordt dan vervolgens contact mee opgenomen, om de bevindingen te bespreken. Ook worden de bouwers zelf gemotiveerd regelmatig te hertesten met de nieuwere Bobbyversies die uitkomen.

CAST
Bobby is een creatie van CAST (www.cast.org). Cast is opgezet in 1984 als het centrum voor toegepaste speciale technologie (Center for Applied Special Technology). CAST is een non-profit organisatie ten behoeve van het uitbreiden van mogelijkheden voor mensen met beperkingen door het gebruik van innovatief gebruik van computertechnologie. De belangrijkste initiatieven van Cast zijn productontwikkeling en toegepast onderzoek.

Cast ging onderzoek doen naar al bestaande richtlijnen voor toegankelijke websites en zag in dat bouwers niet zo snel een boek over richtlijnen ter hand zouden nemen. Daarom werd een online instrument ontwikkeld dat gemakkelijk gebruikt zou kunnen worden door bouwers en makkelijk implementeerbare richtlijnen zou bevatten.
Tijdens het onderzoek van Cast ontstond het idee van een behulpzame detective -een webgebaseerde entiteit die barrières zou blootleggen, eenheid zou aanmoedigen met de al bestaande richtlijnen en webmasters zou lesgeven in toegankelijkheid. Zo ontstond Bobby.

De applicatie met de mogelijkheid Bobby te downloaden werd uitgebracht om pagina's te kunnen testen voordat ze op het web werden geplaatst, of om pagina's voor intranetten te testen. Die versie maakt het ook mogelijk voor ontwerpers om grotere sites te testen. Vanaf dat moment werd er nauw samengewerkt met het Word Wide Web Consortium (W3C). Bobby's analyse van toegankelijkheid is gebaseerd op de World Wide Web Consortium's (W3C) Web Accessibility Initiative (WAI) Web Content Accessibility Guidelines 2.
Bobby is de eerste stap in het proces van het toegankelijk maken van een website voor zoveel mogelijk mensen. Het geeft alleen de technische aspecten aan waar veranderingen aangebracht kunnen worden. Als het gaat om de inhoud van de tekst of andere veranderingen wat betreft aansluiting op bepaalde producten zullen bedrijven die stappen toch zelf moeten nemen. Aangezien er een aantal belangrijke aspecten over toegankelijke websites is die nog niet door Bobby getest kunnen worden, beveelt Cast bouwers en ontwerpers aan Bobby alleen als opstapje te gebruiken naar de toegankelijkheid van hun websites.

Wanneer een website een Bobby goedkeuringskwalificatie heeft ontvangen, dan heeft men het recht maar niet de plicht het Bobby logo te plaatsen. Dit logo geeft aan dat de organisatie meewerkt aan de toegankelijkheidsnormen volgens Bobby. Alle pagina's op de site moeten voldoen aan de vereisten van Bobby. Als niet alle pagina's voldoen aan de norm kun je deze pagina op de homepage aangeven, of alleen op de toegankelijke pagina's het Bobby-logo plaatsen met de tekst 'This page is Bobby Approved 3.

Bobby heeft niet de capaciteit de problemen te repareren, dat moeten de bouwers en ontwerpers zelf doen. Samen met het Trace Research and Development Center en de universiteit van Toronto Adaptive Technology Research Center, is er een nieuw instrument in ontwikkeling om deze leemte in te vullen. Dit nieuwe instrument zal de informatie die Bobby heeft gegeven gebruiken om de gebruiker ervan door het proces van verbeteringen en reparaties aan de website heen te helpen.


W3C WAI Content Accessibility Checking Service


Vrijwel alle keurmerken en checktools zijn gebaseerd op de W3C toegankelijkheidsrichtlijnen. Om verdere toegankelijkheid op internet te promoten heeft ook W3C de eigen toegankelijkheidsrichtlijnen voorzien van logo's. Content providers kunnen deze logo's gebruiken gerelateerd aan de niveaus zoals aangegeven in de Web Content Accessibility Guidelines 1.0.

WAI-A   WAI-AA   WAI-AAA

De Webtoegankelijkheidsrichtlijnen zijn recent door het Nederlandse W3C office in samenwerking met Accessibility.nl vertaald in het Nederlands en te vinden bij: www.w3c.nl/vertalingen/WCAG/. De anderen staan op de rol om vertaald te worden.

De logo's van W3C zijn gebaseerd op een zeer complexe en technische beoordeling van sites. Deze logo's hebben vooral waarde voor websitebouwers en zullen door gewone gebruikers niet snel begrepen kunnen worden. Hieronder een toelichting.

Er zijn drie overkoepelende W3C richtlijnen voor webtoegankelijkheid:
  1. Webtoegankelijkheidsrichtlijnen WCAG1.0;
  2. Authoring tool accessibility guidelines;
  3. User agent accessibility guidelines.
Deze richtlijnen zijn bedoeld voor alle Webcontentontwikkelaars (auteurs van webpagina's en ontwerpers van websites) en voor ontwikkelaars van authoring tools. De richtlijnen bespreken toegankelijkheidsaspecten en leveren oplossingen voor toegankelijk ontwerp. Zij houden zich bezig met representatieve scenario's die problemen geven voor gebruikers met handicaps 4.
De richtlijnen raden niet aan om het gebruik van afbeeldingen te vermijden ter verbetering van de toegankelijkheid. In plaats daarvan geven ze aan dat het leveren van een tekstequivalent de afbeelding toegankelijk zal maken.
De richtlijnen voor de toegankelijkheid van User Agents hebben betrekking op programmatuur voor toegang tot Webcontent, met inbegrip van grafische desktopbrowsers, tekstbrowsers, voice-browsers, mobilofoons, multimediaspelers, plug-ins en sommige hulptechnologieën voor software die gebruikt worden in combinatie met browsers, zoals schermlezers, schermvergroters en stemherkenningprogrammatuur.
Richtlijnen voor de toegankelijkheid van Authoring Tools hebben onder meer betrekking op HTML editors, tools voor documentconversie, tools die Webcontent genereren uit databases.

IJkpunten
Er zijn veertien richtlijnen of algemene principes van toegankelijk ontwerp. De ijkpuntdefinities in iedere richtlijn leggen uit hoe de richtlijn van toepassing is in representatieve scenario's van Webontwikkeling. Elk ijkpunt wordt geacht zo specifiek te zijn dat iemand die een pagina of site inspecteert kan verifiëren dat aan het ijkpunt is voldaan. W3C heeft aan elk ijkpunt een prioriteit toegekend afhankelijk van het effect van het ijkpunt op de toegankelijkheid.
[Prioriteit 1] Een webontwikkelaar moet aan dit ijkpunt voldoen. Anders zal het voor één of meer groepen onmogelijk blijken om toegang te krijgen tot de informatie in het document. Voldoen aan dit ijkpunt is een eerste vereiste voor sommige groepen om Webdocumenten te kunnen gebruiken.
[Prioriteit 2] Een webontwikkelaar wordt geadviseerd te voldoen aan dit ijkpunt. Anders zal het voor één of meer groepen moeilijk blijken om toegang te krijgen tot de informatie in het document. Voldoen aan dit ijkpunt zal belangrijke obstakels verwijderen voor sommige groepen om Webdocumenten te kunnen gebruiken.
[Prioriteit 3] Een webontwikkelaar mag voldoen aan dit ijkpunt. Anders zal het voor één of meer groepen wat lastig blijken om toegang te krijgen tot de informatie in het document. Voldoen aan dit ijkpunt zal het makkelijker maken voor sommige groepen om webdocumenten te kunnen gebruiken.

Conformiteitsniveau's
Tenslotte definieert W3C zogenaamde niveaus van conformiteit voor webpagina's en hele websites en op basis daarvan zijn de logo's ontworpen:
Conformiteitsniveau "A": aan alle ijkpunten met Prioriteit 1 is voldaan (Level A);
Conformiteitsniveau "Dubbel-A": aan alle ijkpunten met Prioriteit 1 en 2 is voldaan (Double-A);
Conformiteitsniveau "Driedubbel-A": aan alle ijkpunten met Prioriteit 1, 2 en 3 is voldaan (Triple-A);

Ook heeft W3C HTML-validator logo's. Daar zijn verschillende instrumenten voorhanden die gebruikt kunnen worden om sites te testen. Het controleert HTML documenten op overeenstemming met de aanbevelingen gedaan door W3C voor HTML, XHTML, CSS en andere HTML standaarden.


Het Web Access Symbool, een keurmerk voor toegankelijke Internetsites


Web Access SymboolOok het National Center for Accessible Media (NCAM) uit de Verenigde Staten stelt op haar site een symbool voor toegankelijke websites ter beschikking. Dit symbool is voortgekomen uit het 'Web Access Project', waarin nieuwe technologieën en methoden onderzocht en getest worden voor een toegankelijk World Wide Web. Als dit symbool op een site staat betekent dit dat er, minimaal dan wel maximaal, rekening is gehouden met toegankelijkheidsrichtlijnen. Het symbool kan door iedereen vrij gebruikt worden, er vindt geen controle plaats door NCAM.
NCAM Online is ontworpen om navigatie voor alle gebruikers zo makkelijk mogelijk te maken. Er zijn verschillende aanpassingen aan de website zelf gemaakt om het gebruikers met verschillende beperkingen mogelijk te maken ook de website te kunnen gebruiken en lezen 5.

NCAM biedt links aan naar allerlei toegankelijkheidsinformatie voor ontwerpers die geïnteresseerd zijn in het maken van toegankelijke websites. Momenteel is NCAM vooral bezig met het toegankelijk maken van multimedia toepassingen. Ze hebben ook veel contacten met software- en hardwareleveranciers, de overheid en allerlei andere organisaties om technologie, techniek en informatie aan te bieden om het Web meer toegankelijk te maken. Ze werken tezamen met het WAI Web Access Initiative (WAI), gesponsord door het World Wide Web Consortium (W3C).

Het Web Access Project


WebAIM


Web Accessibility in Mind (WebAim) is een initiatief van de Utah State university en CPD, Centre for Persons with Disablities.
Het doel van WebAim is het verbeteren van de toegankelijkheid van online educatie voor iedereen; in het bijzonder om toegankelijkheid te verbeteren voor individuele mensen met een beperking die op dit moment moeite hebben met toegang krijgen tot online middelbaar en hoger onderwijs.

verkleind WebAIM logoAls een webpagina het logo van WebAIM draagt dan betekent dat de pagina voldoet aan de standaarden van de WebAIM Web Disability Access Standards. Deze standaarden voldoen aan de prioriteiten 1 en 2 van de WAI richtlijnen opgezet door het W3C. Omdat het gebruik van de WebAIM standaarden vrijwillig is en door de gebruikers daarvan zelf wordt bijgehouden en gecontroleerd, kan WebAIM niet verzekeren dat alle sites die het logo dragen ook daadwerkelijk toegankelijk zijn.

De richtlijnen zijn opgezet door het personeel van Web Accessibility in Mind (Web-AIM). Web-AIM is een overheidsgesubsidieerd project van de universiteit van Utah (Utah State University (U.S.U.)) dat toegankelijk web design promoot in alle hogere onderwijsinstituten. Deze richtlijnen komen overeen met de richtlijnen uitgegeven door het WAI, maar volgens WebAIM zijn de WAI richtlijnen niet afdoende voor alle soorten organisaties. Daarom zullen er naast de algemeen geldende richtlijnen van WAI ook een aantal aangepaste richtlijnen ontwikkeld moeten worden, zoals de richtlijnen van WebAim. WebAim vult hiaten aan van WAI 6.
Het personeel van WebAIM heeft eerst verscheidene andere richtlijnen en aanbevelingen bekeken en geëvalueerd voordat is besloten om een eigen lijst met voorgestelde richtlijnen aan te bieden aan hogere scholen.

Op dit moment is slechts een voorlopige versie van de WebAim richtlijnen beschikbaar en geen enkel instituut heeft een formele verplichting zich te houden aan deze richtlijnen. Toch heeft Utah State University in juni 2000 als eerste universiteit zich gecommiteerd aan de WebAim richtlijnen. De verwachting is dat andere Amerikaanse hoge scholen en universiteiten zullen volgen. Ook voor dit keurmerk geldt dat het plaatsen van het logo niet verplicht is en dat naleving van de richtlijnen niet systematisch gecontroleerd wordt.

WebAim gaat specifiek in op bijvoorbeeld de toegankelijkheid van online cursussen en online syllabi. WebAIM hanteert de WAI richtlijnen wel uitdrukkelijk als basis en geeft ook aan waarom deze richtlijnen te gebruiken en geen nieuwe te ontwikkelen. WebAim wil met de ontwikkeling van de eigen aanvullende richtlijnen juist het gebruik van de richtlijnen van WAI/W3C stimuleren.

Bezoek de site van WebAIM


Toegankelijkheidssymbool van de Employment Equity Positive Measures Program Directorate of the Public Service Commission of Canada


The Public Service Commission (PSC) of Canada is een onafhankelijke organisatie verantwoordelijk voor het aanstellen van gekwalificeerd personeel binnen en voor de Canadese publieke overheid. Zij gebruiken dit symbool om er mee aan te geven dat hen website toegankelijk is voor mensen met handicaps, en daarnaast om aan te geven dat er nog geen ander symbool goed genoeg is om aan te geven dat een website toegankelijk is. Ze hopen hiermee een open dialoog op te starten.

Ze zien zichzelf als een expertisecentrum en hebben een voortrekkersrol als het gaat om internet en toegankelijkheid. Zij doen dit doorinformatiee aan te bieden op hun website dat toegankelijk is voor alle gebruikers en door zelf onderzoek te doen naar de verbetering van het aanbod van toegankelijke informatie op Internet. Hun Website evaluatieinstrumentenn zijn praktische handleidingen om de ontwerpers te helpen bij het vaststellen van de toegankelijkheid van hen sites.


Onderzoek naar relevante activiteiten binnen Nederland


Er zijn geen Nederlandse organisaties die een keurmerk voor toegankelijkheid van websites voor mensen met een handicap hebben ontwikkeld. Toch is er wel sprake van een succesvol en relevant initiatief dat hier vermeld dient te worden. De Consumentenbond is gestart met de Web Trader Code. De code bevat regels voor het kopen op internet. De code is bedoeld voor internetaanbieders die volgens Nederlands recht leveren en waarmee consumenten in de Nederlandse taal kunnen communiceren. Hier is sprake van een echt en een veelgebruikt keurmerk.

Wat doet de Consumentenbond?
  • Alle consumenten kunnen hun ervaringen met transacties bij een Web Trader-aanbieder langs elektronische weg melden bij het Web Trader-forum. De aanbieder wordt uitgenodigd om te reageren op de ervaringen van de consument. De Consumentenbond houdt zich het recht voor om reacties te verwijderen.
  • De Consumentenbond publiceert op zijn website een overzicht van de aanbieders die toestemming van de Consumentenbond hebben gekregen voor het gebruik van het Web Trader-logo. Daarbij zorgt de Consumentenbond dat in dit overzicht een link geplaatst wordt naar de website van de aanbieder.
  • De Consumentenbond kan de aanbieder het gebruiksrecht van het Web Trader-logo ontnemen.
  • De Consumentenbond behoudt zich het recht voor op zijn website (en in andere publicaties) te vermelden dat de overeenkomst met de aanbieder is beëindigd.
  • De Consumentenbond kan een aanvraag voor een Web Trader-logo weigeren, wanneer de Consumentenbond van mening is dat acceptatie van de aanbieder in strijd is met de statuten van de Consumentenbond of de reputatie van de Consumentenbond dat verhindert.
  • De Consumentenbond brengt de aanbieder geen kosten in rekening voor het gebruik van het Web Trader-logo.
Wat doet de aanbieder?
  • De aanbieder mag op geen enkele wijze de indruk wekken dat het gebruik van het Web Trader-logo een oordeel of aanbeveling door de Consumentenbond in zou houden over de aangeboden producten of diensten en (klanten)service van de aanbieder.
  • De aanbieder die op grond van een overeenkomst met de Consumentenbond toestemming heeft voor het gebruik van het Web Trader-logo is verplicht dit logo op een prominente wijze op zijn Website te plaatsen. Dit logo is door de aanbieder voorzien van een link naar de Web Trader-site van de Consumentenbond.
  • Het Web Trader-logo is altijd voorzien van een link naar een door de Consumentenbond aangewezen webadres op de website van de Consumentenbond. De consument kan daar controleren of de aanbieder het Web Trader-logo terecht op zijn site heeft geplaatst.
Samenwerking met de Consumentenbond
Er is contact opgenomen met het team van de Consumentenbond verantwoordelijk voor Web Trader. Als besloten wordt om in Nederland een keurmerk te ontwikkelen inzake de toegankelijkheid van websites voor mensen met een handicap, dan zou de Consumentenbond daar mogelijkerwijs bij betrokken kunnen worden.


De resultaten van het Focusonderzoek


Bureau Booij en Van Bruggen heeft onderzoek gedaan naar de behoeften van gehandicapten inzake internet. Hieronder de meest relevante passages uit het onderzoek over een eventueel toegankelijkheidskeurmerk.

Het idee van een keurmerk voor websites die voldoende toegankelijk zijn voor gehandicapten wordt niet erg goed gewaardeerd. De meeste deelnemers ervaren een keurmerk als stigmatiserend, en daardoor als onwenselijk:
  • "Geen stempel, nee. Dat is uit den boze." (Doorsnee kiezers)
  • "Daar moeten we wel mee uitkijken. Ik vind het een beetje stigmatiserend." (Verzorgers)
  • "Ik durf te wedden dat mijn zoon dat juist niet wil zien." (Familieleden)
  • "Het is net als vroeger de filmkeuring." (Familieleden)
  • "Als het zoiets is als van de Consumentenbond, dan heb ik er geen bezwaar tegen." (Familieleden)
Bij de afwezigheid van verdere informatie veronderstellen de meeste deelnemers dat het keurmerk betrekking heeft op de inhoud van de sites. De steun voor een keurmerk groeit echter wanneer expliciet wordt aangegeven dat het niet gaat om de inhoud, maar om het bedieningsgemak en de toegankelijkheid van de sites voor gehandicapten. Daarbij dient dan wel rekening te worden gehouden met de verschillende soorten belemmeringen (visueel, gehoor, etc.) waarmee gehandicapten te maken hebben.


Conclusies


Toegankelijkheidskeurmerken op het internet bestaan niet. Wel bestaan er hulpmiddelen (tools) om de toegankelijkheid van een website te toetsen. Een aantal van die tools hanteert een logo dat geplaatst kan worden als de site de toets heeft doorstaan. Deze logo's worden mondjesmaat gebruikt. Het gaat om slechts enkele duizenden sites op het web. Het aantal sites dat getest wordt op toegankelijkheid is veel groter, maar veel organisaties nemen niet de moeite om dat door middel van het plaatsen van een logo te laten zien.

Bobby is het meest gebruikte tool met logo. Ook Bobby wil zichzelf geen keurmerk noemen, maar komt wel het dichtste in de buurt. De mensen achter Bobby stimuleren en organiseren als enige een regelmatige controle op het gebruik van hun logo. Dat doen zij samen met het door de Amerikaanse overheid gesteunde Accesboard (http://www.access-board.gov/). Accesboard houdt zich bezig met het controleren van verschillende toegankelijkheidsonderwerpen die voortvloeien uit de aangenomen wetten van bijvoorbeeld section 508. De conclusie die hieruit getrokken kan worden is dat de ontwikkeling van het keurmerk iets heel anders betreft dan de controle op het keurmerk en dat het belangrijkste 'keurmerk' (Bobby) er voor kiest die twee functies te scheiden en de controlefunctie aan een ander overlaat.

Internetgebruikers met een handicap hechten weinig waarde aan de logo's of de keurmerken. Dat blijkt onder andere uit het focusgroep onderzoek van Booij en Van Bruggen. De bestaande logo's zijn ook niet gericht op de gebruikers. De logo's zijn bedoeld om de aanbieder van een website de gelegenheid te geven zich te onderscheiden van niet toegankelijke websites. Alleen zij begrijpen de achterliggende gedachte van het schrijven in de daarvoor bestemde taal (HTML, XML1, CSS, etc.) en de aanpassingen die daaraan gemaakt moeten worden om die software volgens richtlijnen toegankelijk te maken.

Een toegankelijkheidskeurmerk zou wel een meer publieke functie kunnen krijgen als het onderdeel wordt van een campagne. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het relatief grote gebruik van het Bobby logo door sites van Amerikaanse overheidsorganisaties. Daar is toegankelijkheid nadrukkelijk gepropageerd van bovenaf en wordt het zelfs door middel van wetgeving afgedwongen. Een overheidsorganisatie uit de Verenigde Staten die een door Bobby goedgekeurde site heeft, heeft er baat bij om dat via een logo te laten zien.

Als besloten wordt om een keurmerk in het leven te roepen, dan zijn de volgende aandachtspunten van belang:
  • Aangezien er bij alle keurmerken die tot nu op internet gevonden zijn gevalideerd wordt volgens de richtlijnen van W3C, is het van belang ook van die richtlijnen uit te blijven gaan om wildgroei van keurmerken en richtlijnen te voorkomen.
  • Het is belangrijk de volgende vragen van tevoren te kunnen beantwoorden. Hoe ga je je site testen, in welke fase doe je dat? Kan je ook na afloop van het bouwen de site testen en dan makkelijk aanpassingen maken? Zit er een handleiding bij het keurmerk meegeleverd, en is deze ook te begrijpen voor hobbyisten?
  • Een keurmerk kan stigmatiserend werken. Zo wordt het althans ervaren door gehandicapten zelf. Beter is het te spreken van een kwaliteitsmerk. Ook is het aan te raden om het kwaliteitsmerk nadrukkelijk te richten op verbetering van de toegankelijkheid voor iedereen.
  • Een keurmerk kan vernieuwing van een site in de weg staan. Een keurmerk wordt op een bepaald moment uitgegeven gekoppeld aan de richtlijnen waar het aan moet voldoen. De ontwikkelingen op het WWW gaan erg snel en er zullen dan ook continu vernieuwingen van die richtlijnen moeten worden verricht. Daar gaat veel tijd en onderzoek in zitten. Dus opnieuw een pleidooi om te valideren op basis van de W3C richtlijnen.
  • Eigenlijk bestaat er al een goed keurmerk/kwaliteitsmerk: Bobby. De ervaringen van de Consumentenbond met het keurmerk Webtrader geven aan dat het ontwikkelen en onderhouden van een keurmerk zeer arbeidsintensief is. De meerwaarde van een nieuw Nederlands toegankelijkheidskeurmerk weegt niet op tegen de te verwachten inspanningen.
  • Veel belangrijker dan het ontwikkelen van een Nederlands keurmerk is het ontwikkelen van een Nederlandse versie van het Amerikaanse 'Accesboard', een soort waakhond voor Bobby. Het gebruik van Bobby zou in Nederland gestimuleerd kunnen worden en ook gecontroleerd kunnen worden door een onafhankelijk panel bestaande uit gebruikers, ontwerpers en aanbieders, eventueel onder voorzitterschap van de Consumentenbond.
  • Om de Nederlandse waakhond van Bobby goed te laten functioneren, is het nodig dat Bobby in het Nederlands wordt vertaald. De activiteiten van BZK op dit punt lijken zeer nuttig en zouden spoedig hervat moeten worden. Verder zou de overheid een goed voorbeeld kunnen geven en zou alle basisinformatie op overheidssites Bobby Approved moeten zijn. Dan is er voor de Nederlandse waakhond meteen werk aan de winkel.


volgende pagina:

Richtlijnenonderzoek

Voor een overzicht:
ga naar de Sitemap

Verklarende Woordenlijst



voetnoten:

  1. Aantal 23 mei 2001: 1494,
    verdeeld in verschillende categorieën zoals, educatie, overheid, non profit, gezondheidszorg en juridisch.

  2. In samenwerking met verschillende organisaties heeft CAST ook verbeteringen aangebracht als het gaat om de evaluatie vanniet-Engelstaligee sites en wordt door CAST ook ondersteuning gegeven in andere talen. Er worden momenteel verschillende vertalingen gemaakt van Bobby. In Nederland heeft het ministerie van Binnenlandse Zaken daartoe het initiatief genomen, maar men wil eerst de voortgang van dit project afwachten alvorens tot een afronding te komen. De vertalingen vanuit Bobby zullen beschikbaar komen tezamen met aan aantal ondersteunende programma's.

  3. Waarom zou men eigenlijk het Bobbylogo gebruiken en niet bijvoorbeeld het HTML logo van W3C? DeHTML validator kijkt vooral naar de structuur van de pagina volgens de HTML specificaties. Bobby controleert echt op de toegankelijkheid voor gehandicapten. Het controleert op de aan- of afwezigheid van bepaalde kenmerken of de karakteristieken daarvan, maar controleert niet op de HTML syntaxis. Toch controleert Bobby ook op HTML fouten, omdat het ook belangrijk is dat die niet aanwezig zijn. Als er bijvoorbeeld problemen zijn om Bobby te gebruiken op de pagina, kan de HTML validator de aard van dat probleem opsporen.

  4. De eerste richtlijn legt bijvoorbeeld uit hoe Webontwikkelaars afbeeldingen toegankelijk kunnen maken. Sommige gebruikers kunnen geen afbeeldingen zien, anderen gebruiken browsers voor alleen tekst, die afbeeldingen niet aankunnen en weer anderen hebben de faciliteit voor afbeeldingen uitgezet (bijvoorbeeld vanwege een trage Internetverbinding).

  5. Zoals aanpassingen voor bezoekers met beeldschermlezers, of alleen tekstlezers, die geen plaatjes kunnen inlezen, geen kolommen of tabellen. Alle plaatjes zijn ook voorzien van teksten en alle multimedia is ondertiteld en beschreven. Ook zijn er instructies speciaal voor blinden, slechtzienden en dove gebruikers.

  6. Het WAI heeft bijvoorbeeld niets gezegd over de tijdsduur van toegankelijke inhoud.


    Foto: dansen op Guus Meeuwis
naar boven
naar boven
Volgende pagina: Richtlijnenonderzoek