|
Behoefte inventarisatie
In december 2000 rondden projectteamleden Anker Solutions en Booij en Van Bruggen (BKB) de behoefte inventarisatie met behulp van zeven focusgroepen ten behoeve van Drempels Weg af.
De teksten op deze pagina zijn een door mij aangepaste, verkorte en opgemaakte versie van het onderzoeksrapport van Anker en BKB. Hierbij heb ik rekening gehouden met de relevantie voor de onderdelen van het project die ik voor mijn afstudeeropdracht heb vervuld.
De samenstelling van deze focusgroepen was als volgt:
- Doorsnee burgers (14 november)
- Directe familieleden (ouders, broer of zus) van verstandelijk gehandicapten (15 november)
- Verzorgers (15 november)
- Lichamelijk gehandicapten (16 november)
- Visueel gehandicapten (22 november)
- Verstandelijk gehandicapten (23 november)
- Doven en slechthorenden (Group decision room-sessie; discussie deels via laptop computers) (29 november)
Doelstelling
De behoefte inventarisatie richt zich hoofdzakelijk op de behoeften van de verschillende belanghebbenden ten aanzien van het beleid rond gehandicapten en internet (en ICT).
De belangrijkste resultaten van dit onderzoek zijn als volgt:
- Gehandicapten serieuzer nemen. De belangrijkste behoefte bij de stakeholders is dat er een eind wordt gemaakt aan de betutteling van gehandicapten. De overheid (en de daartoe behorende instellingen) moet beter naar gehandicapten luisteren en hen veel actiever betrekken bij de beleidsvorming met betrekking tot gehandicapten en internet.
- De Behoeften zijn sterk afhankelijk van aard van de handicap. De specifieke behoeften van gehandicapten variëren sterk tussen de verschillende groepen gehandicapten onderling (doven, visueel gehandicapten, etc.). Meer gericht behoefteonderzoek is hier noodzakelijk, vooral als representanten van de relevante groepen daar op enigerlei wijze expliciet bij betrokken zouden kunnen worden.
- Twijfel over keurmerk, enthousiasme over internetplekken. Het idee van een keurmerk wordt als stigmatiserend ervaren. De internetplekken genieten aanzienlijk meer steun, omdat zij worden gezien als vehikels met behulp waarvan de integratie van gehandicapten in de samenleving kan worden bevorderd.
- Ruimte voor het aanbrengen van urgentie via sterk resonerende boodschappen:
- Boodschap: De nieuwe mogelijkheden van het internet en de nieuwe communicatietechnologie hebben nu al een enorme invloed op de maatschappelijke kansen van mensen - en dat zal in de nabije toekomst alleen maar sterker worden. Het is daarom van zeer groot belang dat gehandicapten goede toegang krijgen tot het internet en dat eventuele extra hulpmiddelen daarvoor kosteloos beschikbaar worden gesteld.
- Boodschap: Internet en nieuwe communicatietechnologie gaan gepaard met ongekende nieuwe mogelijkheden. Daarom moeten we er goed voor zorgen dat iedereen gelijke toegang heeft tot internet en dat er geen groepen zijn die achterop raken. Het internet is er voor iedereen. Daar moet de overheid op toezien.
- Boodschap: Gehandicapten worden al veel te lang betutteld in onze samenleving. Het is de hoogste tijd om ieder mens, groot of klein, jong en oud, zwart of wit, met of zonder een handicap een volwaardige rol te geven. Dat ligt verankerd in onze grondwet. Dat is uiteindelijk waar alles om draait. Gelijke rechten voor iedereen.
Een betweterige, verspillende overheid
Overheid ontbeert de kennis (maar pretendeert die wèl te hebben). De meeste deelnemers ergeren zich aan de zwakke performance van de overheid. Men blijft daarbij opvallend redelijk. Men heeft niet het gevoel dat ambtenaren slechte intenties hebben, maar wijt de problemen vooral aan een gebrek aan kennis van de werkelijke problemen waar gehandicapten mee te maken hebben.
Het gebrek aan kennis aan de kant van de overheid uit zich op de volgende drie manieren:
- Betutteling. De overheid (en de daaraan gelieerde instellingen) luistert niet naar gehandicapten en neemt de gehandicapten niet serieus. Het duurt lang eer voorzieningen beschikbaar komen. De keuzevrijheid is beperkt of zelfs volledig afwezig.
- Willekeur. De regelingen worden verschillend geïnterpreteerd door de ambtenaren en de instellingen. Het is dus belangrijk welke ambtenaar je treft. Voordeel is dat als je maar voldoende doordramt je verzoek toch wel wordt ingewilligd, ook al wordt je verzoek in eerste instantie geweigerd.
- Verspilling en inefficiëntie. Hierbij gaat het om onnodige bureaucratie, onnodig formeel overleg, de levering van voorzieningen (trapliften, etc.) waar men helemaal niet om gevraagd heeft en het achterwege blijven van voorzieningen die men juist wèl nodig heeft.
Het internet
Het internet roept positieve associaties op. In alle groepen wordt het internet gezien als een positieve ontwikkeling. Zowel gehandicapten als niet-gehandicapten zijn diep onder de indruk van de nieuwe wereld die door middel van internet wordt geopend.
Deelnemers herkennen verschillende toepassingen van internet. De deelnemers noemen een uitgebreide reeks toepassingen van het internet.
- Informatie opvragen
- Communicatie:
- E-mailen en chatten
- Kaartjes versturen
- Andere mensen leren kennen. Verliefd worden.
- Je kunt beter nadenken voor je wat gaat zeggen
- Diensten. Je hoeft de deur niet meer uit
- Commerciële activiteiten. Je kunt er werkopdrachten mee binnenhalen
- Verstrooiing. Surfen, spelletjes.
- Leren. "Onze verstandelijk gehandicapte zoon gebruikt internet en is er geestelijk rijper van geworden. Als we op weg gaan met de auto maakt hij een uitdraai van hoe we moeten rijden." (Familieleden)
Het internet, het moge duidelijk zijn, is een bijzonder veelzijdig instrument.
Sommige internettoepassingen maken gehandicapten onafhankelijker. De deelnemers in de groepen hebben een scherp oog voor hoe bepaalde toepassingen in het bijzonder van belang kunnen zijn voor gehandicapten. Daarbij valt op hoezeer de deelnemers denken in termen van het vergroten van de onafhankelijkheid van gehandicapten.
Internet gaat ook gepaard met problemen.
Tegenover alle positieve kanten van internet staat een groot aantal potentiële nadelen, die in de ogen van de deelnemers overigens niet opwegen tegen de voordelen. De specifieke genoemde bezwaren zijn als volgt:
- Complexiteit. Het net is tamelijk onoverzichtelijk en de informatie is niet op logische wijze georganiseerd.
- Dominantie van het Engels. Veel gehandicapten hebben moeite met het Engels, waardoor de proliferatie van engelse termen een extra obstakel vormt (tegelijkertijd onderkent men ook dat dit juist een extra stimulans kan zijn om zich meer in het Engels te bekwamen).
- Begeleiding. Vaak is begeleiding nodig; als je een probleem hebt is het bovendien vaak moeilijk om uit te leggen wat er precies mis is en waar je precies hulp voor nodig hebt.
- Filters. Soms zijn er filters nodig.
- Privacy. Met name het chatten is niet helemaal vertrouwelijk.
- Traagheid. Het duurt te lang, de verbindingen zijn traag.
- Kosten. Telefoontikken.
- Verslaving. Met alle bijkomende problemen.
- Onpersoonlijk. Internet kan ten koste gaan van het "echte" sociale contact en gemakkelijk leiden tot een isolement.
- Confrontatie met eigen handicap. "Mijn verstandelijk gehandicapte zoon is gehandicapter dan hij zich realiseert. Hij raakt overstuur als hij met vreemden in aanraking komt."
- Onverwachte gevolgen. Bestellingen via internet. Contact met derden.
Aanpassingen
De deelnemers reiken verschillende ideeën aan om het voor gehandicapten makkelijker te maken om van internet gebruik te maken. Deze ideeën weerspiegelen tevens de diversiteit van de gehandicapten als groep:
- Grotere toetsenborden
- Betere spraakherkenning, zodat je eenvoudig kan zeggen hier heb je een dingetje waardoor je kan praten, zodat je veel eenvoudiger opdrachten kan geven.
- Eenvoudig leesbaar instructieboekje. Behoefte aan eenvoudig boekje over wat internet is, liefst met grote leestekens.
- Cursussen.
- Engelse vertalingen en elektronische woordenboeken, zodat het veelvuldig gebruik van Engelse woorden een minder groot probleem wordt voor groepen gehandicapten die, mede door hun handicap, moeite hebben met de Engelse taal.
- Beeldtolken.
- Specifieke content, gericht op de interesses en belangen van (deelgroepen van) gehandicapten.
|
|